100cc Mobylette
Geplaatst: 13 feb 2015, 10:30
Misschien hebben jullie het al eerder gezien maar ik vond onderstaand stukje over een 100cc zelfbouw mobylette blokje op http://www.motorracehistorie.nl/Uitgeli ... licht.html. Voor het gemak even hieronder geplakt.
------------------------------------------------------------------
Ron Vleugel, een HTS werktuig-bouwstudent uit Amsterdam, heeft dit jaar een zeer opmerkelijke Mobylette gebouwd. Twee 50 cc blokjes en een oude cilinder van de zelfde inhoudsklasse vormden daarbij de uitgangspunten. Van de oude cilinder werd een schijf van 20 mm dikte afgezaagd en als planparallelle plaat bewerkt door aan weerszijden op een glasplaat met waterproofschuurpapier te slijpen. Zodoende werd de plaat 16,7 millimeter dik.
Wat was nu het nut van deze plaat? Ron wilde van twee Mobylette blokjes één 100 cc motortje maken, maar niet zo'n „gewone", voor zo ver men bij dergelijke constructies van gewoon kan spreken. Besloten werd namelijk om de nieuwe Mobylette slechts één verbrandingsruimte te geven en wel een cilindrische. De motortjes werden daartoe op elkaar gemonteerd onder weglating van de oude koppen, maar wel voorzien van de nieuwe 16,7 mm dikke tussenplaat.
Deze plaat werd zo dik gekozen om dezelfde compressieverhouding te krijgen als de oorspronkelijke Mobylettes. In de tussenplaat werd tevens de bougie, een 12 mm NGK, geplaatst op een afgevlakt gedeelte. Twee kettingwielen werden aan de drijvende wielen van de automatische koppelingen gemonteerd, terwijl de ontsteking en de koppeling van de bovenste motor werden weggelaten. Om de cilinders allebei met de uitlaat naar voren te laten wijzen werd de krukas in de bovenste motor 180° gedraaid. Door de kettingverbinding tussen beide tandwielen bleek het mogelijk om de beide zuigers volkomen synchroon te laten lopen. De ontsteking werd op hetzelfde tijdstip gehouden als bij de oorspronkelijke Mobylettes, 2,8 mm voor het bovenste dode punt.
De vier tapeinden van het onderste carter werden door middel van moeren verlengd. Het inbouwen van het blok gaf weinig moeilijkheden, maar de voorvork moest wel geblokkeerd worden om het stukstoten van het blok te voorkomen.
Het in de huiskamer en op zolder gebouwde motortje sloeg bij de eerste poging reeds aan, maar het kermen van de ketting was verschrikkelijk. De top was door de gearing nog steeds 45 km, maar de trekkracht was aanzienlijk toegenomen.
Deze Mobylette heeft een dubbele dwarsspoeling en dat is zeer ongebruikelijk. Wel bekend is de vrijwel gelijke constructie van Imperia, die een dubbelzuiger met langsspoeling bouwde als racer op alcohol. Op benzine werd ook die constructie net als van de Amsterdammer veel te warm. Motobécane zal ondanks de nieuwe motorontwerpen, die nu uit Frankrijk komen waarschijnlijk niet de gedachten van Ron Vleugel volgen.
Links: Het ontwerp van Imperia met langsspoeling en compressor. Onder: De Mobylette met een ketting als verbinding tussen de krukassen. Ook de Imperia had een kettingverbinding.
---------------------------------------------------------------------------------
BRON: http://www.motorracehistorie.nl/Uitgeli ... licht.html
------------------------------------------------------------------
Ron Vleugel, een HTS werktuig-bouwstudent uit Amsterdam, heeft dit jaar een zeer opmerkelijke Mobylette gebouwd. Twee 50 cc blokjes en een oude cilinder van de zelfde inhoudsklasse vormden daarbij de uitgangspunten. Van de oude cilinder werd een schijf van 20 mm dikte afgezaagd en als planparallelle plaat bewerkt door aan weerszijden op een glasplaat met waterproofschuurpapier te slijpen. Zodoende werd de plaat 16,7 millimeter dik.
Wat was nu het nut van deze plaat? Ron wilde van twee Mobylette blokjes één 100 cc motortje maken, maar niet zo'n „gewone", voor zo ver men bij dergelijke constructies van gewoon kan spreken. Besloten werd namelijk om de nieuwe Mobylette slechts één verbrandingsruimte te geven en wel een cilindrische. De motortjes werden daartoe op elkaar gemonteerd onder weglating van de oude koppen, maar wel voorzien van de nieuwe 16,7 mm dikke tussenplaat.
Deze plaat werd zo dik gekozen om dezelfde compressieverhouding te krijgen als de oorspronkelijke Mobylettes. In de tussenplaat werd tevens de bougie, een 12 mm NGK, geplaatst op een afgevlakt gedeelte. Twee kettingwielen werden aan de drijvende wielen van de automatische koppelingen gemonteerd, terwijl de ontsteking en de koppeling van de bovenste motor werden weggelaten. Om de cilinders allebei met de uitlaat naar voren te laten wijzen werd de krukas in de bovenste motor 180° gedraaid. Door de kettingverbinding tussen beide tandwielen bleek het mogelijk om de beide zuigers volkomen synchroon te laten lopen. De ontsteking werd op hetzelfde tijdstip gehouden als bij de oorspronkelijke Mobylettes, 2,8 mm voor het bovenste dode punt.
De vier tapeinden van het onderste carter werden door middel van moeren verlengd. Het inbouwen van het blok gaf weinig moeilijkheden, maar de voorvork moest wel geblokkeerd worden om het stukstoten van het blok te voorkomen.
Het in de huiskamer en op zolder gebouwde motortje sloeg bij de eerste poging reeds aan, maar het kermen van de ketting was verschrikkelijk. De top was door de gearing nog steeds 45 km, maar de trekkracht was aanzienlijk toegenomen.
Deze Mobylette heeft een dubbele dwarsspoeling en dat is zeer ongebruikelijk. Wel bekend is de vrijwel gelijke constructie van Imperia, die een dubbelzuiger met langsspoeling bouwde als racer op alcohol. Op benzine werd ook die constructie net als van de Amsterdammer veel te warm. Motobécane zal ondanks de nieuwe motorontwerpen, die nu uit Frankrijk komen waarschijnlijk niet de gedachten van Ron Vleugel volgen.
Links: Het ontwerp van Imperia met langsspoeling en compressor. Onder: De Mobylette met een ketting als verbinding tussen de krukassen. Ook de Imperia had een kettingverbinding.
---------------------------------------------------------------------------------
BRON: http://www.motorracehistorie.nl/Uitgeli ... licht.html